Geboortejaar: 1975
Woonplaats: Stary Smokovec, Slowakije
Beroep: Tatra Sherpa – drager
Schoenmaat: 7.5
Het pad dat naar de rotsachtige toppen van de Hoge Tatra leidt, is steil en los. Stevo Backor zet de ene voet voor de andere, snel en voorzichtig, maar met een zekere vastberadenheid. Op zijn rug draagt hij een zelfgemaakt houten frame – zo lang als een ladder en beladen als een vrachtwagen met vaten bier, tassen, glazen flessen etc. Terwijl anderen genieten van een wandeling door deze regio van het Nationaal Park Hoge Tatra “hijst” Stevo ongeveer 80 kg omhoog naar de Zbojnícka-hut, op een hoogte net onder de 2.000 meter. Hij is één van de ruim zestig Tatra-sherpa’s die de berghutten in het kleinste Alpengebied ter wereld bevoorraden, op een manier zoals dat al 200 jaar gedaan wordt.
“Als jonge mannen deden we dit werk om onze spieren te trainen en onze grenzen te verleggen…maar misschien wilden we ook indruk maken op de meisjes”, zegt Stevo met een twinkeling in zijn ogen. Hij groeide op in de stad Poprad, Slowakije, aan de voet van de Hoge Tatra en niet ver van de grens met Polen. Zijn moeder nam hem al op jonge leeftijd mee de bergen in. En sindsdien zijn de bergen zijn leven. Nu werkt de 45-jarige Stevo met een diploma ecologie en milieubiologie al 10 jaar als parkwachter in het Nationaal Park, is hij wandelgids (UIMLA) en maakt hij deel uit van het bergreddingsteam.
Maar zijn werk als sherpa vindt Stevo het leukste. Twintig jaar later heeft hij wel andere redenen om dit werk te doen. Het gaat niet meer om lichaamsbouw. “Je moet de fysieke belasting blokkeren”, zegt Stevo. “Simpel gezegd: Sherpa-werk is goed voor je hoofd.” Sommige mensen mediteren, anderen beoefenen yoga. Stevo sleept spullen de bergen op. Wat voor sommigen misschien lijkt op slavenarbeid ervaart hij als ‘pure vrijheid’. Het is een zeer intense manier om dichter bij de natuur te komen.
Er is een lange geschiedenis van Sherpa’s uit de Hoge Tatra. Op de zuidelijke hellingen van de Hoge Tatra, in Stary Smokovec, woont Stevo samen met zijn vrouw in een houten hut genaamd de ‘Sherpa Caffe’. Hier heeft hij een klein museum opgezet dat documenteert hoe deze dragers vroeger hielpen bij het ontdekken van het Tatragebergte. Met de komst van het toerisme en de oprichting van de eerste berghutten in de Tatra in de 19e eeuw, begon een deel van de lokale bevolking fulltime als sherpa te werken – vergelijkbaar met de Himalaya. Tot op de dag van vandaag zijn de Tatra-sherpa’s nog steeds onmisbaar voor de berghutten in het oudste nationale park van Slowakije. “Het komt vrij vaak voor dat het slechte weer wekenlang aanhoudt, waardoor het onmogelijk wordt om met helikopters te vliegen”, legt Stevo uit.
Zelfs voor lastdieren zijn de paden naar de hutten te steil en verraderlijk om te bewandelen. Stevo weet echter nog niet zeker hoe lang de traditie zal duren. Samen met enkele collega’s heeft hij al een aanvraag ingediend voor de status van UNESCO Werelderfgoed. “Misschien zullen het in de toekomst drones zijn die ons werk doen!?” Maar eigenlijk zou hij die optie liever niet overwegen. Zijn werk als sherpa heeft zoveel voor hem betekend. Stevo kijkt bedenkelijk, doet nog een paar stappen en zegt zachtjes: ‘Ik heb veel antwoorden gevonden op de zin van het leven terwijl ik mijn Sherpa-taken uitvoerde.’
… Ja en nee. Wij Sherpa’s kijken terug op een lange geschiedenis. Maar ons werk is veel meer dan een traditionele gewoonte om toeristen naar het gebied te lokken. Het is nog steeds zeer relevant: een onmisbare service. Verschillende moeilijk bereikbare berghutten in de Hoge Tatra kunnen alleen worden onderhouden door Sherpa’s die te voet drankjes, gasflessen en verse voorraden vervoeren. In de Tatra zijn wegen en kabelbanen voor het vervoer van goederen schaars. De bergcultuur heeft zich hier anders ontwikkeld dan in de Alpen. En wij Sherpa’s willen de traditie heel graag levend houden. En dan is er nog onze jaarlijkse ‘Sherpa Rally’ – racen met zwaar beladen dragers. Maar het gaat niet om het halen van de beste tijd, het gaat veel meer om het sociale samenzijn.
Als jonge gasten trainden we helemaal niet. We brachten sowieso veel tijd door in de bergen. En dus ging het ons vrij gemakkelijk af. De zwaarste lading die ik ooit heb vervoerd woog 121 kilogram, een generator voor de Téryho-hut. Maar ik zal je iets vertellen. Het heeft niet alleen met spieren te maken maar meer met je mentale uithoudingsvermogen. Een van mijn Sherpa-vrienden zei ooit: “Deze baan zou maar bij één op de 300 mensen passen”.
Het is beslist beter voor het milieu dan bergwegen aanleggen of elke week de hutten per helikopter bevoorraden. Maar de vraag is hoe lang de hutten ons willen of kunnen blijven betalen. Momenteel worden de hutten een of twee keer per seizoen per helikopter bevoorraad, met name voor het transport van verwarmingsbrandstof. De rest wordt gedragen door ons Sherpa’s. Maar de kosten van een helikopter zijn tegenwoordig niet zo hoog en ze kunnen zoveel spullen vervoeren. Helikopters zijn een handiger en goedkopere optie geworden voor de hutten. Maar gelukkig is er nog steeds het weer waar we mee te kampen hebben. En dat maakt het onmogelijk om soms wekenlang met een helikopter te vliegen.
Zeker. Niets is te vergelijken met een warme kop thee in je handen en het gezelschap van de mensen in de hut nadat je urenlang tegen de elementen hebt gevochten. Als je ooit vergeet wat echt belangrijk is in het leven… dan zul je het je hier herinneren.
Leestip: het verslag van de Sherpa Rally
“Ze zijn comfortabel en veelzijdig. Ik heb twee paar. Want hier kan het dagenlang regenen. En natuurlijk breng ik veel tijd buiten door. En de hutten moeten worden bevoorraad. Dus terwijl het ene paar thuis aan het drogen is, kan ik het andere paar gebruiken om weer de berg op te gaan.” (Stevo Backor)